Herinner hen eraan dat zij de overheden en machten onderdanig behoren te zijn, dat zij hun gehoorzaam zijn en dat zij tot elk goed werk bereid zijn
Titus 3:1
Tot elk goed werk bereid
Dit gedeelte gaat over de wijze waarop gemeenteleden in de samenleving willen staan. Paulus heeft eerder aangegeven dat gehoorzaamheid aan de autoriteiten belangrijk is. Titus dient de mensen deze woorden van Paulus in herinnering te roepen. Daarbij wordt aangegeven hoe zij met de naaste om dienen te gaan. Niet als plicht, maar omdat er sprake is van een innerlijke motivatie. De reden van deze innerlijke drijfveer om goed te doen, zit in het feit dat ‘we’ (Paulus sluit zichzelf erbij in) slecht leefde. Er worden zeven eigenschappen van het niet-christelijke leven genoemd. Alles veranderde toen God in Zijn liefde en genade naar ons toekwam. God kwam als eerste! Dat was in het Paradijs het geval, maar is nog steeds het geval. God verandert mensen! Een persoonlijke verandering vindt plaats door wedergeboorte en een totale levensvernieuwing. De Heilige Geest is de bron van deze innerlijke motivatie om goed te doen.
In welk opzicht herkent u de innerlijke motivatie (bereidheid) wel of niet om goed te doen?