Het hart van Nabal was vrolijk in hem en hij was dronken. Daarom vertelde zij hem tot het morgenlicht geen woord, kort of lang.
1 Samuel 25:36b
Niet voor rede vatbaar.
Abigaïl liet broden, wijn, schapen en meer aan David en zijn hondertallen bezorgen. Aan het einde van het gesprek met David dat daarna gevoerd is, aanvaardt David al de geschenken en hij spreekt ten afscheid: Ga in vrede naar uw huis. Haar thuiskomst is een klap in haar gezicht, haar man smaakt een buitenproportioneel feestmaal. Hij kent en houdt Gods maat niet. Ze kan geen goed woord met Nabal wisselen, zij kan geen zinnig woord aan hem kwijt, hij is stomdronken. Eerst moet hij zijn roes uitslapen, pas de volgende morgen doet ze haar verhaal, het grijpt hem zeer aan. Hij wordt als een dode, waarna de Heere na tien dagen resoluut ingrijpt, Nabal sterft. Met de Heere valt niet te spotten! Nabal weet nu het antwoord op zijn spottende vraag. God heeft Zelf het antwoord gegeven: David is Mijn gezalfde. Onthutsende werkelijkheid, behartigenswaardig: spot nooit met Jezus, Gods Gezalfde!
De matigheid is nodig, zal een mens bekwaam zijn om te waken, en het waken is nodig om te bidden; hoe meer wij waken, hoe meer wij leven. (Theodorus à Brakel)