Voer minimaal 2 tekens in.
Goede Meester, wat voor goeds moet ik doen om het eeuwige leven te hebben?
Mattheüs 19:16
Tot het leven ingaan
Die kinderen … Kijk nog eens even naar hen. We zagen ze onder Jezus’ zegenende handen. Zo eenvoudig als zij komen, zo moeizaam gaat het bij volwassenen. Vandaag ontmoeten we een rijke jongeman. Hij is vroom vanaf zijn jeugd. Uiterst correct. Zijn ouders hoeven zich voor hem nooit te schamen. Ik zie een jongeman, afgestudeerd, altijd goed in de kleren. Een fijn mens om mee om te gaan. Maar bij alles wat hij is en heeft, mist hij iets. Zijn vraag aan Jezus openbaart dat. Hoe kom ik binnen in Gods rijk? Met zijn neus staat hij bovenop die kinderen voor wie Jezus de deuren van Zijn rijk opent. Dat gaat eenvoudig. Maar ik? Hoe kom ik binnen met mijn yuppenpak, mijn yuppenziel? Jezus geeft hem antwoord. Ik herhaal dat niet. Maar de rijke jongeman gaat bedroefd bij Jezus vandaan. En Jezus? Ik hoor Zijn stem: moeilijk, heel moeilijk. Feitelijk onmogelijk. Kan een kameel door het oog van een naald? Onmogelijk dus? Ja, tenzij je jezelf met heel je hebben en houden in Gods handen geeft.
Bij God zijn alle dingen mogelijk.