Terechtgewezen Koning Achab stierf op het slagveld en koning Josafat keerde in vrede terug naar zijn huis in Jeruzalem. Zijn terugkeer in vrede betekent echter niet dat alles met de mantel van de liefde wordt bedekt. De profeet Jehu komt hem tegemoet en spreekt de koning erop aan dat hij een verbond was aangegaan met Achab. Dat Josafat niet in de strijd is omgekomen en door de Heere werd bewaard is enkel genade. Josafats naam betekent: ‘de HEEREis rechter’. Ook Josafat kon in zichzelf niet voor God bestaan. De koning beseft dat de allerhoogste Rechter de zonde niet door de vingers ziet. Josafat houdt zijn eigen rechters voor ogen dat ze in hun ambt de Heere als de allerhoogste Rechter vertegenwoordigen. Ook voor ons leven geldt dat de Heere alles ziet. In dit besef is het dagelijks gebed: ‘Zie of er bij mij een schadelijke weg is en leidt mij op de eeuwige weg’ (Ps. 139:24). ‘Het besef van recht en gerechtigheid, van wetsovertreding en schuld wordt op bedenkelijke wijze verzwakt, naarmate de maatstaf van al deze dingen niet in God, maar in de mens en in de maatschappij wordt verlegd.’ (Herman Bavinck)