God is erbij De gearresteerde Stefanus werd beschuldigd van godslastering tegen de tempel en de wet van Mozes. Hij verdedigt zich tegenover het Sanhedrin met een glans op zijn gezicht. Hij gaat de beschuldigingen weerleggen aan de hand van het Oude Testament. Hij begint bij Abraham en gelijk hoor je van diens geloofsbeproeving, want hoe lang wachtte hij met zijn vrouw Sara niet op de vervulling van Gods belofte, de geboorte van een zoon. Abraham had geen zoon. Hij diende God onder de eikenbomen van Mamre, zonder tempel en wet. Gods stem was het kompas waarop hij vertrouwde. De HEERE onderstreepte Zijn belofte door het zichtbare teken van de besnijdenis. We lezen over Jozef, over de hongersnood bij vader Jakob en zijn kinderen. Jozef komt onschuldig in de gevangenis terecht. Maar God was met hem, ook in zijn verdrukking. Dat is wat om hier de leiding van de Heere te ervaren, Zijn kracht, Zijn liefde, wetend dat Hij de schuldige niet voor onschuldig houdt. Wat een rust geeft Gods genade in crisissituaties door het geloof in God, door de genade van Christus. ‘Rust mijn ziel, uw God is Koning.’ (Lied 354:1, Weerklank)