Om die reden heb ik u op Kreta achtergelaten, opdat u verder in orde zou brengen wat nog ontbrak, en van stad tot stad ouderlingen zou aanstellen, zoals ik u opgedragen heb.
Titus 1:5
Opdracht voor Titus
Onder de mensen die met Pinksteren in Jeruzalem aanwezig waren, waren er bewoners vanuit Kreta (Hand. 2: 11). Deze Kretenzen hebben het Evangelie doorgegeven. Paulus heeft Titus op Kreta achtergelaten met een opdracht, namelijk om de ontstane gemeente te organiseren. Dit moet hij doen door het aanstellen van personen die leiding gaan geven (ouderlingen of opzieners). Het is de Heere Die Zijn gemeente bouwt, maar Hij vertrouwt de leiding wel toe aan mensen. Op de leidinggevenden mag men niet kunnen aanmerken. Mensen mogen geen handvaten aangereikt krijgen om het Evangelie of de gemeente zwart te maken. Paulus maakt het concreet. Het gaat over het gezinsleven als met betrekking tot het persoonlijk leven van de leiders. Niet alleen de negatieve, maar daarbij over persoonlijke eigenschappen. Hij sluit af door erop te wijzen dat deze mensen zich moeten vasthouden aan het Evangelie, zodat zij onderwijs kunnen geven en tegenstanders kunnen afweren.
Wat zou Paulus bedoelen met 'onberispelijk' (vers 6 en 7)?